Bochnia Zoutmijn

Op een afstand van nauwelijks 40 kilometer van Krakau ligt de zoutmijn van Bochnia, naast Wieliczka, een van de grootste ondergrondse attracties in Polen.

Net als in het nabijgelegen Wieliczka, werd er in de 13e eeuw ook in Bochnia zout gewonnen (bronnen geven 1248 aan als het begin van de commerciële mijnbouw).
Dat gezegd hebbende, gaat de traditie van het winnen van zout in deze gebieden veel verder terug, tot wel 3500 v.Chr. In het begin werd zout verkregen door het te laten verdampen uit pekel; pekelputten werden gegraven en met de tijd werden deze omgezet in mijnen.
Dankzij de rijkdom van dit waardevolle mineraal bevond Bochnia zich in de Middeleeuwen onder de belangrijkste economische centra van Małopolska. Het was de mijn in Bochnia die de methoden van zoutwinning heeft gemoderniseerd door middel van - voor die tijd innovatieve - technische oplossingen, waaronder de zogenaamde paardenmolens die dienden als hijstoestellen.

De mijn stopte officieel met de mijnbouw in 1990 en sindsdien is het actief in het toerisme. Op het moment van het stopzetten van de activiteiten bereikte de mijn een diepte van 468 meter.
In 2013 werd het ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

De Bochnia Zoutmijn biedt verschillende attracties aan, die veel jongere toeristen kunnen aanspreken, zoals een ondergrondse treinrit, boottocht of een ondergrondse glijbaan. De mijn biedt ook overnachtingen aan, waarbij je naast sightseeing en accommodatie kunt profiteren van het ondergrondse sportveld of actief tijd kunt doorbrengen in een helende microklimaat.